Berekenen.nl
Geplaatst op 13 maart

Inflatie Nederland in februari lager dan januari 2024

Bij een snelle raming was de inflatie in februari 2,8 procent, terwijl deze in januari 3,2 procent bedroeg. De inflatie wordt elke maand gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI). De reguliere cijfers van de CPI voor februari zullen op 12 maart worden gepubliceerd.

Ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI)

De inflatie in Nederland wordt gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI). Dit is een index die de veranderingen in de prijzen van goederen en diensten meet die door consumenten worden gekocht. Door de CPI te vergelijken met dezelfde maand in het voorgaande jaar, kan de inflatie worden bepaald. In februari was de inflatie lager dan in januari, wat betekent dat de prijzen minder snel zijn gestegen.

Betekenis voor de economie

De lagere inflatie in februari heeft verschillende gevolgen voor de economie. Een lagere inflatie betekent dat de prijzen minder snel stijgen, wat gunstig kan zijn voor consumenten. Consumenten kunnen immers meer kopen met hun geld, omdat de prijzen minder snel stijgen. Dit kan leiden tot hogere consumentenbestedingen, wat op zijn beurt positief kan zijn voor de economische groei.

Impact op consumenten

De lagere inflatie in februari kan een directe impact hebben op consumenten. Door de lagere prijsstijgingen blijft de koopkracht van consumenten behouden. Hierdoor kunnen consumenten meer kopen met hetzelfde inkomen. Dit is goed nieuws voor consumenten, omdat hun budget stretcht en ze hun standaard van leven kunnen behouden.

Bovendien kan een lagere inflatie ook voordelig zijn voor spaarders. De rente op spaargeld blijft mogelijk achter bij de inflatie, maar met een lagere inflatie neemt de waarde van het spaargeld minder snel af. Dit betekent dat spaarders hun koopkracht beter kunnen behouden en minder risico lopen dat hun spaargeld in waarde daalt.

Hoewel een lagere inflatie gunstig kan zijn voor consumenten en spaarders, kan het ook wijzen op een zwakkere vraag naar goederen en diensten. Dit kan resulteren in minder economische activiteit en mogelijke gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en het bedrijfsleven.